Van 15 tot en met 17 mei vond een evenement plaats dat gekscherend het “Woodstock van Degrowth” werd genoemd: de Beyond Growth-conferentie 2023. Vooraanstaande academici, vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld, Europarlementariërs en meer verzamelden zich in de plenaire zaal van het Europees Parlement om, in de woorden van de organisatie, "beleid voor duurzame welvaart in Europa te bespreken en samen te creëren, gebaseerd op een systemische en transformerende benadering van economische, sociale en ecologische duurzaamheid en het bijbehorende bestuurskader.”
Een mijlpaal op weg naar degrowth. Of toch niet? Het evenement toonde duidelijk de twee kanten van de huidige staat van degrowth en postgroeidenken. Aan de ene kant het toenemende momentum dat degrowth verzamelt in de academische sfeer en bepaalde politieke kringen; aan de andere kant de enorme kloof tussen theorie en praktijk die nog overbrugd moet worden. We reflecteren op de positieve en negatieve punten en de weg vooruit.
Een holistische kijk op degrowth
Het was bemoedigend dat de Beyond Growth-conferentie werd georganiseerd door een diverse coalitie van EP-leden verschillende delen van hele politieke spectrum, van de Linkse Fractie tot de Groenen tot de christendemocratische EVP. In 20 focuspanels en 7 plenaire discussies was er ruimte voor een uitgebreide discussie over alle aspecten van postgroei. Onderwerpen varieerden van de digitale economie en financiën tot de vierdaagse werkweek en de impact van degrowth in het Mondiale Zuiden. Sprekers schrokken er niet voor terug om belangrijke onderwerpen op het gebied van sociale rechtvaardigheid en vooruitstrevend beleid zoals universeel basisinkomen, baangaranties, kwijtschelding van schulden en modern monetair beleid te bespreken. Met name in discussies over de energietransitie en klimaatverandering stond toereikendheid (“sufficiency”) centraal – het kiezen van ‘genoeg’ boven groei en productie omwille van zichzelf. Over het algemeen was men het erover eens dat acties en beleid op systemisch niveau moeten plaatsvinden in plaats van de schuld en verantwoordelijkheid bij de individuele burger te leggen. Het was mooi om te zien dat de organisatoren van de conferentie erin slaagden een focus op alleen technocratische, financieel-economische kwesties te vermijden en in plaats daarvan ruimte maakten om degrowth op een holistische, systemische manier te bespreken. In een discussie over onze gedeelde toekomst moeten er geen taboes zijn.
Mythen doorbreken
In de plenaire vergaderingen en panels werd veel tijd besteed aan het bespreken en ontkrachten van misvattingen en verkeerde veronderstellingen over de economie als geheel en degrowth in het bijzonder. Bijvoorbeeld de onafhankelijkheid van centrale banken, het effect en de wenselijkheid van economische groei in de samenleving, 'trickle-down'-economie en natuurlijk het verschil tussen degrowth en economische recessie: een bekend tafereel voor iedereen die ooit heeft geprobeerd om het met vrienden of collega’s over degrowth te hebben! Hoewel elk panel vol zat met experts, leek de boodschap nog niet voor iedereen duidelijk. Vooral voor het handjevol Europese commissarissen (waaronder voorzitter Ursula von der Leyen) die aan de conferentie bijdroegen door hun status quo-gedachtegang uit te dragen en neoliberale misvattingen te herhalen, alvorens gauw weer te vertrekken. Deze politici interpreteren postgroei als het toevoegen van andere indicatoren naast groei, zoals sociale rechtvaardigheid en ecologische duurzaamheid. Ze zien post-groei als een manier om nieuwe groeimodellen te creëren die "inclusief", "duurzaam" en "rechtvaardig" zijn, maar de groei niet laten varen voor een post-groei en postkapitalistische maatschappij. Dit was echter geenszins de dominante visie die door deelnemers en panelleden werd verkondigd. De meeste sprekers stelden juist een radicale, dekoloniale en transformatieve visie op post-groei voor, onder luid gejuich en applaus van het publiek.
Een pijnlijke herinnering of een baken van hoop?
De vooruitstrevendheid van de organiserende europarlementariërs is inspirerend, maar roept ook vragen op over de afgelopen twee decennia van de EU onder rechtse dominantie. Hoe zou de EU eruitzien zonder hun invloed? Giorgios Kallis besprak de vernietiging van degrowth in de praktijk op eilanden in de Middellandse Zee door het neoliberale beleid van de EU ter bevordering van bezuinigingen en liberalisering. Dezelfde schade doet zich voor in het Mondiale Zuiden, waar de EU prioriteit geeft aan bezuinigingen, commodificatie en deregulering voor het gewin van Europese bedrijven. Dit neokoloniale geweld beperkt groeialternatieven en dwingt sociale bewegingen om onderdrukkend beleid te bestrijden in plaats van transformatieve verandering te bewerkstelligen. Wat als de EU zorg en universele basisdiensten zou nastreven, zou samenwerken met landen in het Mondiale Zuiden en nieuwe indicatoren zoals het Bruto Nationaal Geluk in Bhutan zou hanteren?
De internationale persberichtgeving illustreert de kloof tussen de stand van de theorie en het publieke begrip nog verder. De conferentie was een evenement waarin de fundamenten van onze toekomstige samenlevingen serieus werden besproken in het hart van de Europese macht, en toch lijkt slechts een handvol Europese media het op te pikken. Velen van hen namen het op zich om degrowth wederom verkeerd te interpreteren en voor te stellen, met een clownesk column in The Economist als dieptepunt. De meeste anderen laten het bij een korte samenvatting van de gebeurtenissen. Een mooie uitzondering is de evenwichtige bespreking van de conferentie en het begrip degrowth in NRC.
Hierin ligt de belangrijkste conclusie om in navolging van de conferentie te trekken. In progressieve en academische kringen lijkt de noodzaak om over te stappen van het op groei gerichte neoliberale kapitalisme naar een rechtvaardige samenleving die het welzijn voor iedereen bevordert stevig verankerd. Gevestigde politici beginnen dit op te merken, zoals blijkt uit de lange lijst van EU-functionarissen die op de conferentie aanwezig waren, maar de meesten van hen blijven steken in conventionele denkwijzen en misvattingen, net als veel van de media en, als gevolg daarvan, de publieke opinie.
In plaats van te wanhopen over hoeveel werk er nog verzet moet worden, moeten we deze reflecties zien als een motivatie om door te gaan, als een herinnering dat onze beweging groeit en dat het establishment gedwongen wordt om op te letten. Deze conferentie was een monumentaal moment. Er was zoveel positieve energie in de zaal, het gevoel alsof er voor onze ogen geschiedenis werd geschreven en dat we getuige waren van een uniek politiek moment. De deur voor meer degrowth-denken en -actie in Europa en daarbuiten is vorige week geopend, en we moeten blijven werken om ervoor te zorgen dat die deur wijd open blijft staan.
Martin Calisto Friant & Gijs van de Merbel