Sinds 2018 publiceert het CBS elk jaar de Monitor Brede Welvaart. Die monitor kwam er, omdat politici zich begonnen te realiseren dat een stijging van het Bruto Binnenlands Product (BBP) niet hetzelfde is als een stijging van de welvaart, en dat daar dus een andere maatstaf voor nodig is. De monitor geeft via allerlei indicatoren weer hoe ‘we’ ervoor staan in drie categorieën: ‘hier en nu’ (hoe gaat het met bijvoorbeeld gezondheid, veiligheid, huisvesting), ‘later’ (welke gevolgen heeft ons streven naar welvaart voor komende generaties) en ‘elders’ (welke gevolgen heeft dat streven voor mensen in andere landen, met name armere landen). De conclusie is elk jaar eigenlijk weer: het gaat redelijk goed, maar dat gaat vooral ten koste van milieu en natuur (en dus komende generaties) en van mensen elders, door het veel te grote beslag dat Nederland legt op energie en grondstoffen.

De publicatie van de Monitor wordt elk jaar gevolgd door een debat erover in de Tweede Kamer, dat trouwens ook gaat over de financiële verantwoording van de overheid. In dat debat blijkt steeds weer dat het begrip ‘brede welvaart’ inmiddels gemeengoed in de politiek is geworden.  Zo wordt het onderwerp nu deel van het opleidingsprogramma van ambtenaren (motie van Van Raan van vorig jaar), en wordt steeds meer gewaarborgd dat van nieuwe beleidsvoorstellen wordt nagegaan wat het verwachte effect op brede welvaart is.

Dit jaar dienden de Kamerleden Lammert van Raan (Partij voor de Dieren) en Laurens Dassen (Volt) een motie in die de regering vroeg een visie te ontwikkelen om de vooruitgang van de brede welvaart onafhankelijk te maken van economische groei. Kortom: hoe organiseren we een goed leven dat onafhankelijk is van economische groei? Een belangrijke vraag, niet alleen voor ontgroeiers, maar voor iedereen, zeker nu meer en meer duidelijk wordt dat het ontkoppelen van grondstoffen- en energiegebruik van economische groei (‘groene groei’) niet of in elk geval veel te weinig helpt. Alleen al uit voorzorg zou de regering moeten willen weten wat er moet gebeuren wanneer het streven naar economische groei inderdaad tot de door velen voorspelde problemen leidt.

Helaas adviseerde minister Kaag van Financiën in het debat de Kamer de motie niet aan te nemen, zonder een toelichting daarop te geven. Helaas was er ook niemand die haar vroeg waarom ze de motie ontraadde. De motie werd een dag of wat later dus ook verworpen, geen van de coalitiepartijen ging tegen het advies van de minister in. Voor de motie stemden de fracties van SP, GL, Volt, Denk, PvdA, PvdD, BBB, Gündogan en Den Haan, de overige stemden tegen (BIJ1 was niet aanwezig). Een gemiste kans voor het parlement, maar het is onvermijdelijk dat het onderwerp opnieuw op de agenda komt. Alleen wordt de tijd die we hebben om het noodzakelijke beleid uit te werken en dan ook in gang te zetten steeds korter als politici blijven weigeren de realiteit onder ogen te zien.

Door Gerrit Stegehuis