Het debat over ontgroeien, of ‘degrowth’ in het Engels, neemt toe in Nederland: een Tegenlicht aflevering over Ontgroeiers; een Pakhuis de Zwijger debat over nieuwe economieën en krantenartikelen over (ont)groei, zoals het reeds verschenen NRC artikel. Universitaire cursussen over degrowth trekken veel deelnemers, net als de International Degrowth Conference in Den Haag eerder dit jaar. Als leden van het Nederlandse netwerk Ontgroei zijn we blij met deze honger naar debat over degrowth, maar we merken ook dat deze gesprekken vaak vol misverstanden zitten. Om de ecologische crisis effectief aan te pakken is het belangrijk dat we volgende misverstanden achter ons laten:

Door Ontgroei. Een Engelse versie is hier beschikbaar

“Degrowth is een theorie uit de jaren 70”

Ja, het rapport Limits to Growth van de Club van Rome uit 1972 leidde tot de eerste grote publieke debatten over degrowth. Vanzelfsprekend is het degrowth-denken sindsdien verder ontwikkeld. Inmiddels is het een gevestigd onderzoeksveld - met alleen al meer dan 3000 wetenschappelijke publicaties in 2021!

“Degrowth vermindert welvaart”

Vaak wordt degrowth geassocieerd met opoffering en een minder leuk leven. In plaats daarvan pleiten Ontgroeiers voor een kwalitatieve heroverweging van welvaart. Want: wat is belangrijk? Carrière ten koste van vrije tijd, SUV's ten koste van schone lucht of fast fashion ten koste van eerlijke arbeidslonen? De standaard waarmee welvaart nu gemeten wordt is BBP. Daarmee meten we de omvang van onze economie maar niet de kwaliteit ervan. Bovendien zegt het BBP niets over hoe de welvaart verdeeld is en negeert waarden die we buiten de markt om nastreven, zoals zorg voor dierbaren en vrijwilligerswerk. In plaats van BBP willen ontgroeiers het welzijn van mens en planeet tot het prioriteit van onze economie maken. Het initiatief Wellbeing Economy Alliance geeft hiervoor inspiratie.

“Degrowth is een negatieve term”

Ja, het is misschien niet supersexy, maar de term is bewust gekozen om ‘greenwashing’ tegen te gaan.  Degenen die het systeem in stand willen houden kunnen zich de term degrowth niet zo gemakkelijk toeëigenen—in tegenstelling tot termen als ‘groen’, ‘inclusief’, ‘duurzaam’ of ‘circulair’.

“Ontgroeiers zijn tegen bevolkingsgroei”

Ontgroeiers vinden dat de nadruk op bevolkingsgroei vaak als excuus wordt gebruikt om een serieuze discussie over overconsumptie te vermijden. Onze gemiddelde ecologische voetafdruk in Nederland bijvoorbeeld is veel te groot en dat gaat ten koste van de planeet maar ook van degenen die nu al onder de ecologische crisis lijden - vooral in het mondiale zuiden. Ontgroeiers willen dat iedereen die geboren wordt - nu en in de toekomst - toegang heeft tot de essentiële levensbehoeften, terwijl tegelijkertijd ecosystemen zich kunnen herstellen. Dit is een kwestie van mondiale rechtvaardigheid tussen arm en rijk, tussen huidige en toekomstige generaties en tussen de mens en andere soorten.

“Ontgroeiers zijn tegen groene technologieën”

Critici van degrowth benadrukken graag de rol van efficiëntere technologieën in het tegengaan van klimaatverandering. Bijvoorbeeld: elektrische auto's hebben een lagere CO2-voetafdruk dan conventionele auto's wanneer ze worden opgeladen met hernieuwbare energiebronnen. Ontgroeiers ontkennen dit niet maar wijzen er wel op dat deze efficiëntiewinsten steeds weer teniet zijn gedaan door toename van productie en consumptie (d.w.z. groei). Als er alsmaar meer elektrische auto's worden geproduceerd, gereden en - uiteindelijk - gesloopt, dan kan het eindresultaat wel eens toenemende milieuschade zijn. Wat uiteindelijk telt, is dat de totale uitstoot afneemt en dat ecosystemen, die ook koolstof opslaan, zich kunnen herstellen. Ondanks decennia aan winst op het gebied van efficiëntie, komt dit allemaal niet in de buurt van de vereiste snelheid en schaal om klimaatverandering te gaan. Daarom moeten groene technologieën gepaard gaan met een reductie van overproductie en overconsumptie.

“Ontgroeiers willen alles duurder maken”

Om de afbraak van het milieu een halt toe te roepen, moet niet-duurzame consumptie - zoals die van vliegreizen en dierlijke eiwitten - verminderen. Belangrijk is echter dat niet alle consumptie even slecht is én dat we niet allemaal evenveel consumeren. Zo neemt slechts 8% van alle mensen in Nederland 42% van alle vluchten. Wereldwijd veroorzaakt slechts 1% van de bevolking de helft van alle emissies door de luchtvaart. Een rechtvaardige transitie betekent dat we onze totale consumptie van niet-duurzame goederen en diensten verminderen en er tegelijkertijd voor zorgen dat de consumptie die overblijft (bv. incidentele vluchten) eerlijk wordt verdeeld. Een manier om hieraan bij te dragen is via belastingen die gepaard gaan met compensatie voor lage inkomens. Met de inkomsten uit dergelijke belastingen kunnen tevens groene en sociale sectoren, zoals biologische landbouw en onderwijs, worden ondersteund.

“Degrowth belemmert innovatie”

Sommigen suggereren dat marktdynamieken, zoals competitie en winstoogmerk, cruciaal zijn voor innovatie. Maar onderzoek toont aan dat investeringen door de staat en bottom-up initiatieven zeker zo belangrijk zijn als motor voor innovatie. Voor innovatie budgetten is groei niet nodig, het geld zal bijvoorbeeld uit herverdeling en desinvesteren moeten komen. Zo kunnen we de momenteel $ 5,9 biljoen aan wereldwijde subsidies voor fossiele brandstoffen (6,8% van het wereldwijde BBP!) bijvoorbeeld beter investeren in coöperatief onderzoek en herstel van ecosystemen.

“Ontgroeiers doen geen concrete beleidsvoorstellen”

De degrowth-literatuur staat vol met realistische suggesties voor beleidshervorming. We noemen er een paar: een bovengrens aan materiaal- en grondstofgebruik; CO2-budgetten; een kortere werkweek; basisinkomen; verschuiving van belastingen met compensatie voor lage inkomens; maximaal inkomen en rechtvaardiger inkomensverdelingen binnen commerciële organisaties; verantwoord bankieren en publieke geldcreatie; toegankelijk openbaar vervoer; coöperatieve vennootschappen, etc.

“Degrowth is onrealistisch”

Dat degrowth nu nog buiten het blikveld van het grote publiek valt betekent niet dat het onrealistisch is. Het is juist onrealistisch om te verwachten dat de oplossingen voor urgente maatschappelijke problemen liggen in het systeem dat ze veroorzaakt heeft. Volgend jaar bestaat het rapport Limits to Growth 50 jaar – wereldwijd 50 jaar van economische groei en technologische innovatie. Het waren ook de jaren waarin de CO2-uitstoot meer dan verdubbelde en de dierenpopulaties met meer dan 60% verminderden. Gezien deze cijfers is het niet verwonderlijk dat steeds meer mensen kritische vragen stellen over eindeloze economische groei. Laten we dit broodnodige debat voorbij misverstanden brengen. Want wie blijft wachten op een technologisch wonder kan evengoed hopen op koolstofetende eenhoorns.